WAGENINGEN – De bosbouwsector heeft serieuze problemen met de oplopende brandstofprijzen. Dat geldt vooral voor de bosaannemers die werken met voorafgesproken prijzen.
In een nieuwsbrief laat de AVIH weten dat haar leden er goed aan doen om een gesprek aan te gaan met de opdrachtgevers. Volgens AVIH-voorzitter Maarten Willemen is daar alle reden toe, omdat de huidige prijsstijging van brandstof volstrekt onvoorspelbaar is geweest door de plotselinge oorlog in Oekraïne. “Brandstof ten behoeve van transport bedraagt ongeveer 30 procent van de totale kosten. Bij de oogst is dat ongeveer 20 procent. Ook opdrachtgevers hebben er geen belang bij dat hun bosaannemer in de problemen komt, dus het is heel redelijk om met elkaar in gesprek te gaan.” In de nieuwsbrief stelt AVIH dat voor de prijsstijging de prijs van de contractdatum moet worden vergeleken met de actuele brandstofprijs. Het prijsverschil in euro’s kan dan worden doorgerekend naar een eenheidsprijs of basisprijs van de geleverde dienst. Prijsstijgingen of dalingen van deze eenheidsprijs tot 5 procent worden als ‘te voorzien’ beschouwd en horen bij het ondernemersrisico. Verder waarschuwt de AVIH dat op dit moment de prijzen waarschijnlijk nog niet op het hoogtepunt zijn. Ook dat is van belang bij het maken van nieuwe afspraken.
Bosbouw kampt met oplopende brandstofprijzen
