WAGENINGEN – Om de ontwikkeling van het Nederlandse bos te kunnen volgen, worden met enige regelmaat inventarisaties uitgevoerd. Deze inventarisaties leveren belangrijke informatie op voor de binnenlandse bos- en houtsector. De meest recente inventarisatie is de Zevende Nederlandse Bosinventarisatie, waarvan de uitkomsten in 2022 zijn gepubliceerd. Op het Compendium voor de Leefomgeving (CLO) zijn aan de hand hiervan een aantal indicatoren over bossen geactualiseerd.
De geschiedenis van de Nederlandse Bosinventarisatie (NBI) gaat terug tot 1938. Sindsdien zijn er zeven inventarisatierondes geweest. Met deze inventarisaties brengen de huidige staat van het Nederlandse bos in kaart en volgen de ontwikkelingen over de tijd. Verschillende ministeries, provincies, bosgroepen en terreinbeherende organisaties gebruiken deze gegevens. Daarnaast zijn deze bosinventarisaties een belangrijke informatiebron voor de regelmatig terugkerende rapportages voor een aantal internationale regelingen waaraan Nederland zich verplicht heeft.
Ontwikkelingen in het bos
In de NBI worden allerhande gegevens verzameld, onder andere over de staande houtvoorraad, de hoeveelheid dood hout en de bijgroei en velling. Door de gegevens van de laatste inventarisatie met die uit de vorige te vergelijken zijn de ontwikkeling van het Nederlandse bos te volgen. Zo blijkt de totale voorraad levend en dood hout de laatste 20 jaar te zijn toegenomen en de hoeveelheid bijgroei en velling afgenomen. In deze periode is het bos ouder en de bosstructuur gevarieerder geworden. Sinds 2017 is de oppervlakte bos met circa 1900 hectare afgenomen. In 2021 besloeg het areaal bos circa 363.800 hectare; dat is bijna 11 procent van het totale landoppervlak. Circa 49 procent hiervan is in bezit van de overheid, met als grootste terreineigenaar Staatsbosbeheer.